Ter gelegenheid van het verschijnen van een vertaling van een vertaling van de Hypnerotomachia Poliphili die in het bezit was van Willem van Oranje, nu te zien bij de Ambassade van de Vrije Geest in Amsterdam, hierbij een van de artikelen die ik schreef over dit boek waar ik in 1993 mijn afstudeerscriptie aan wijdde, voordat de onvolprezen vertaling van het oorspronkelijke boek door Ike Cialona uit 2006 beschikbaar was.
Francesco Colonna en de anatomie van de melancholie
500 jaar geleden schreef Francesco Colonna een kunstmanifest in romanvorm: de Hypnerotomachia Poliphili. Het boek beschrijft de gedroomde reis van Poliphilo, die via een bos, een vallei, dwaalwegen, paradijselijke tuinen en een onderaardse crypte, uiteindelijk arriveert op het eiland Cythera, waar Venus de scepter zwaait. Door de eeuwen heen hebben talloze kunstenaars en architecten zich laten inspireren door Polipholo’s droom en niet niet de minsten: als we de betreffende literatuur moeten geloven hadden Bramante’s stedebouwkundige opzet voor het Sinter Pietersplein in Rome, Piranesi’s Carceri, Giorgione’s schilderij La Tempesta en misschien ook de tuinen van Bomarzo er anders uitgezien zonder Francesco Colonna. Het boek verhaalt over een onmogelijke liefde. Niets doet de pen zo vloeien als een bloedend hart. In het werkelijke leven was er geen ruimte voor de trieste passie van de schrijver. Daarom schiep hij een nieuwe belevingswereld, waarin zijn liefde wel plaats kon vinden. Een wereld in woord en beeld, want het boek is verluchtigd met houtsneden die een parallel verhaal vertellen.
Als het verhaal begint treffen we de hoofdpersoon aan in zijn bed na een doorwaakte nacht, slechts vergezeld door insomnia en vol van het gemis van zijn beminde Polia. Uiteindelijk valt hij toch in slaap en droomt over zijn liefdesstrijd. De schrijver kon zijn liefde niet delen met haar die hij het eerst beoogde dus deelde hij die mede aan de hele wereld, aan iedereen die zijn verhaal leest en hem zal bewonderen om zijn tour de force. Dit is een boek dat getuigt van een ongelooflijke toewijding en eruditie, zijn liefde waardig. Overigens beperken de meeste ‘lezers’ zich tot de houtsneden. Het is namelijk geen geringe opgave om je door dit boek heen te worstelen. Het is geschreven in het volgare, Italiaans van vijftiende eeuwse signatuur, verrijkt met Grieks, Latijn, Hebreeuws en Arabisch. Hypnerotomachia Poliphili betekent ‘de strijd van Poliphilo om liefde, in een droom’. De gedroomde reis is niet alleen voor Poliphilo, de hoofdpersoon in het boek, een inwijding in het rijk der liefde, kunst en kennis; ook de lezer krijgt dit alles niet cadeau. De gecompliceerde titel wijst vooruit naar een boek vol mysterie en verborgen betekenis. Veel houtsneden verbeelden raadselachtige hiëroglyfen. De auteur geeft zijn naam slechts prijs in een acrostichon: de optelsom van de eerste letters van alle hoofdstukken geven zijn identiteit weer en de mededeling dat hij zoveel van Polia hield. Het boek verhaalt van de angstige ontmoetingen met een draak en een wolf; van grenzeloos, niet te temperen verlangen; van de vereniging van Poliphilo en Polia (o, zoete triomf van droom en fictie) en de boottocht die hen beiden uiteindelijk navigeert naar een lieflijk eiland, alwaar hun liefde bezegeld wordt door Venus zelf, die onthuld wordt in een fontein. Het verhaal van de droom eindigt als Polia Poliphilo wakker kust.
Dit boek is één van de eerste gedrukte boeken, een incunabel en een verzamelstuk van musea. Uitgegeven bij de vermaarde Aldo Manuzio (Aldus Manutius) in Venetië en voorzien van een mooie en voor die tijd moderne typografie. De schrijver gaat zich te buiten aan een verzameling van superlatieven. Alles wat hij Poliphilo op zijn gedroomde reis laat tegenkomen, is gemaakt van het meest glanzende marmer, het beste van het beste, mooier dan alles waar Plinius ooit van verhaalde. Het gras was nergens groener; de wind is allerzachtst en bomen werden nimmer in kunstiger vormen bedwongen. De wereld die Poliphilo zag in zijn droom en waarvan Colonna getuigt in zijn boek, is het meest bijzondere dat iemand ooit aanschouwde, hoorde, proefde, voelde of rook, net zoals Polia dat was. Poliphilo’s zintuigen en met hem die van de schrijver, staan op scherp. De beschrijvingen zijn oeverloos. Met bevlogenheid worden de landschappen beschreven, waar Poliphilo’s tocht hem doorheen voert. Hij onderzoekt de bouwwerken die hij passeert en bezoekt en detail: hij meet ze op tot en met het kleinste venster. Tientallen gebouwen beschrijft hij: torens, tempels en onderaardse crypten, inclusief opschriften. Hij bezingt tuinen waar hij baadt met nimfen. Automata en fonteinen, die nog eeuwen een belangrijke inspiratie zouden vormen voor de tuinkunst, passeren de revue. Francesco Colonna beschrijft honderden botanische varianten. Hij laat triomftochten over de pagina’s bewegen waar, ter vergelijk, de goddelijke liefdes van Zeus aan het oog voorbijtrekken. Hij schildert de schoonheid van vele nimfen en wijdt uit over hun kleding, hun haarspelden, hun borsten en zelfs de interval ertussen. Niets is hem teveel. Deze reconstructie van een droom is in feite de creatie van een wereld als bouwwerk, waar zijn liefde samenvalt met de nieuwe werkelijkheid van het boek. Hij beschrijft het omdat hij het niet heeft beleefd. Maar als het er staat, bestaat het. En het staat gedrukt, als incunabel zelfs zo ongeveer voor het eerst. Francesco Colonna heeft de anatomie van de melancholie beschreven en verbeeld. In het verhaal en in de afbeeldingen. Een dertigtal houtsneden varieert op het thema festina lente, ‘make haste slowly’, zoals Shakespeare schreef. We zien een schildpad uitgerust met vleugels en een dolfijn verslingerd om een anker -tevens het beeldmerk van de uitgeversnegotie van Manuzio. Snelheid, gepaard aan traagheid. Festina lente is het belangrijkste kenmerk van de melancholie; de miskende liefde -de gestokte beweging van de bewogen minnaar- haar belangrijkste oorzaak. Die dwingt tot introspectie, tot onderzoek: tot het opmeten van de lege ruimte in het hart en, uiteindelijk, tot creatie.
Renée Borgonjen
oorspronkelijk verschenen op de webstie mijlpalen (uit de cultuurgeschiedenis) van de Rijksuniversiteit Leiden http://www.let.leidenuniv.nl/mijlpalen/poliphili.html